De weg naar de bron



De weg naar de bron
Je leest het in de kranten en ziet er een foto bij staan en denkt dan gelijk: waar zou dit nu precies zijn?
Een wandeling kan nooit kwaad en wat maakt het dan uit welke kant je uit gaat, of? Vandaag heb ik besloten om rechtsom te gaan. Rechtsom betekent in dit geval dat ik de weg kies naar de stoplichten aan het begin van Gulpen als je van uit de richting Maastricht komt. Dat is de route die begint met het mooie uitzicht op de vijver met zijn fonteinen. Je kunt ook zeggen dat als je die route kiest, dat je de pannenkoekenmolen alleen maar van veraf ziet en de hele route zult moeten wachten om tot iets lekkers te komen.
Ik loop de allee naar Kasteel Neubourg in met zijn bomen die bij de warme zomerdag een verkoeling vormen. De rechte lijn die de bomen vormen naar de uiteindelijke blik op het kasteel, is zo recht alsof iemand die bij de eerste aanleg zo gedacht heeft. Ze staan niet allemaal precies in een rij achter elkaar omdat de ene boom sneller in de breedte gegroeid is dan de andere. Ze vormen een rechte lijn die niet recht is maar die wel voor het oog één lange lijn vormt.
De weg voert na een flauwe bocht naar rechts voorbij aan het doel dat we ons bij de ingang van de allee gesteld hebben: het kasteel te zien. We kijken naar een kasteel waarvan we het idee hebben dat iemand daar heel goed bezig is met de restauratie van dit mooie gebouw. Door de beslotenheid ervan op de dag van vandaag, zal de echte geschiedenis wel nooit naar buiten komen. Boeken worden geschreven over belevenissen die er hebben plaatsgevonden maar niemand kan de omgeving hiervan vandaag de dag nog bekijken of bewonderen. Archieven liggen er in verstopt en zullen wel nooit toegankelijk worden.
We lopen verder en hebben aan onze linkerkant de restanten van de muur rondom de tuin van het kasteel, in de zomer rijkelijk voorzien van diverse soorten muurbloempjes, groot en klein, en aan de bovenkant komt soms een wijnrank even de openbare wereld aanschouwen. Het zeskantige torentje blijft misschien voor altijd gesloten ondanks dat het nu nog steeds de woning van de tuinman zou kunnen zijn, of voor iemand die zich de wildernis die er om heen groeit eigen zou kunnen maken en een beetje zou kunnen ordenen. De stal aan het einde van de muur vormt de hoeksteen van de oude tuin die niet meer als tuin in gebruik is. We lopen het weiland in en kijken toch nog naar links naar de tuin en zien als we een tiental meters verder zijn aan de linkerkant een rij bomen die de afscheiding vormen tussen het weiland en de tuin. Ga aan het einde ervan staan en aanschouw de bomen. Met een beetje fantasie, herken je een aantal vrouwenvormen die symbolisch de tuin bij elkaar duwen om de buitenwereld maar geen blik er op te gunnen.
Aan het einde van het voetpad door het weiland zien we ons volgende doel: een bruggetje over de Gulp. Ook dit bruggetje vormt weer een hoek van het park rondom het kasteel.
We zien dat de koeien hier graag gebruik maken van het Gulpwater als verkoeling en geven ons ook mooi de gelegenheid om even heel dicht bij het snel stromende water te komen, alvorens we via het bruggetje weer op een bredere weg komen. Door de scherpe stenen die men hier gebruikt heeft om de weg te verharden, moet je goed uitkijken waar je loopt. Je vergeet bijna te kijken naar de vele oude bomen die in het park staan. Aan het einde van de weg gaan we naar links, weer in de richting van Gulpen. Voordat we dit doen vergeten we niet even op te kijken tegen de verhoging van het landschap die recht vóór ons ligt: de restanten van de oude tramlijn van Aken naar Maastricht. Precies daar waar we naar links gaan, is het einde van de verhoging en was toentertijd het begin van een lange brug die de tram hielp het dal van de Gulp over te steken.
Op de terugweg naar Gulpen moet ik steeds er aan denken dat hier ergens in het kasteelpark ook de kampbron moet zijn. En uitgerekend op de plek waar men denkt dat de kampbron is, heeft men een nieuw kruis aan een jonge beuk bevestigd.
De kampbron moet een vorm van drinkwaterleverancier zijn geweest in de tijd dat de huizen nog geen wateraansluiting hadden en iedereen in de hele omgeving zelf voor zijn drinkwater moest zorgen. Op de heuvels rondom onze wandelroute hebben we ook woonhuizen zien liggen die dus een heel eind hebben moeten lopen om hun drinkwater te krijgen.
De kampbron zoals ze van oudsher genoemd wordt, ligt in het park dat bij Kasteel Neubourg hoort. Helaas kunnen we deze dus ook niet van nabij aanschouwen omdat het park niet openbaar is. We geven de moed echter niet op want we weten dat we tijdens dit stuk van de wandeling aan het einde een plek bereiken waar het water van de zogenaamde kampbron aansluit bij de Gulp. Het is dus slechts een kwestie van goed opletten of we de bron kunnen zien of waar er een watervorming plaatsvindt in het park. We kijken ernaar en zoeken in de diepte van het park. Overwoekerd met wilde struiken en andere bodembedekkers die ons het uitzicht op een plekje blauw verhinderen.
De weg achter het kasteel om, is niet helemaal recht. We zien vanaf het begin dat we deze weg op gingen in de verte een flauwe bocht naar links. Als we die gepasseerd zijn, moet onze aandacht in de richting van het kruis gaan bij de kampbron. Daar, plotseling duiken voor onze ogen aan de linkerkant, in het park, twee beuken op die gebroederlijk naast elkaar staan. Aan de linkerbeuk werd de eer gegeven om het nieuwe kruis te dragen! De ander staat er als een reservespeler naast, die trouw op zijn beurt wacht.


Ze vormen een tweeëenheid die de wake houdt over het kruis. De aandacht die ze van ons wandelaars vragen, is er een van een moment van nadenken over iets dat we misschien al lang uit onze gedachten geschrapt hebben: ons geloof.
De weg gaat toch verder en we vervolgen hem dan ook langs de achterkant van het park totdat we uitkomen bij de volgende hoeksteen van deze wandeling. Daar waar we reeds eerder zeiden dat ons einde van deze weg zou zijn. Daar waar het water van de kampbron aansluit bij de Gulp en door deze meegevoerd wordt. Ze kan nu kiezen om of via de sluis naar de molentak te gaan en daar te helpen bij de kracht die er nodig is om pannenkoeken op tafel te krijgen, of een omweg maken via de vistrap om later na de pannenkoekenmolen gepasseerd te zijn, weer samen met de molentak één geheel te vormen en de weg naar het centrum van Gulpen in de richting van een gezellig terras te vervolgen.
Ook aan de wandelaar de keuze om de voorkeur te geven aan een pannenkoek of een andere lekkernij op een zomers terras.


25 april 2011/JS

In een boom




In een boom

Als je het niet weet, vindt je hem nooit! Er moet iemand geweest zijn die je dat verteld heeft, anders zoek je je rot.
Je komt vanuit Stokhem en gaat bij de Kwakkerpool rechtsaf in de richting van Beertsenhoven. Nou, het is niet alleen in de richting van, maar het is in deze richting de enige plek waar je terecht komt: Beertsenhoven. Daar aangekomen kies je de zwaarste klim die er is; schuin links omhoog, achter het kruisbeeld links. Helemaal links loopt de weg richting Gulpen, rechtdoor gaat het omhoog in de richting van Ingber. Je hebt de richtingwijzer nog bekeken en nog eens goed gelezen wat Niek Gossens daar op geschilderd heeft: “steile klim naar Gulpen via de Dolsberg 2 km”.
Als je aan je klim begint, staat er links van je op een halve boomstam een kan koffie met twee kopjes gereed. Als teken dat er hier gerust mag worden, maar dat doe je niet aan het begin van een klim. Maar we denken dat dit wel een goed idee is bij onze volgende aankomst op deze plek.
Meteen vanaf het begin is de klim heel steil en als je de eerste honderd meter afgelegd hebt, staat er aan de linkerkant in een grasveld een bank. Je hebt de neiging om daar even te gaan zitten en te rusten, want je hebt toch al een heel eind geklommen.
Met een beetje conditie en natuurlijk een hele zak vol eigenwijsheid, vervolg je de weg omhoog. Als je vroeg op de dag bent, kan het eerste stuk ook nog behoorlijk warm zijn want de zon schijnt dan vol op je rug.
Als de conditie het toelaat of als je even een moment van rust wil inlassen, kijk dan naar rechts, een prachtig, zoals er zo velen in Zuid-Limburg staan, gerestaureerd vakwerkhuis. De bewoners houden erg van kunst, getuige de uithangborden over piano- en schilderles. Een idyllisch plaatje als je dit van boven af bekijkt en je hebt de neiging om weer naar beneden te gaan en daar even binnen te lopen. Op zondagmorgen is er meestal open huis en kun je zo binnen treden. Het is de moeite waard, als je even op adem wil komen na het eerste stukje van de klim, om te blijven staan en te genieten.
Als je de weg vervolgt, gaat het in de richting van het bos en zo ver als je kijken kunt, gaat het nog steeds steil omhoog. Als je blik even naar boven gaat, zie je een bocht naar links. Denk niet dat je er dan al bent! Ook na de bocht wordt het nog even klimmen.
Probeer ook eens als je even op adem wil komen, naar het fluiten van de vogels te luisteren. Door de stilte overheerst hun gezang nog meer. Ook de bloemen die bijna van week tot week wisselen in hun pracht, stralen de vermoeide wandelaar toe. Het zijn tevens de enige toeschouwers die hier op een zondagmorgen jouw prestatie aanschouwen.
Een uitzondering vormen enkele andere wandelaars die deze route gekozen hebben, bewust of onbewust, waardoor onze paden zich kruisen.
Na de eerdergenoemde bocht, gaan we verder het bos in. We lopen nu even een tijdje door het bos en in het voorjaar heb je nog de gelegenheid om tussen de vele nieuwe blaadjes door te kijken en van het landschap te genieten. Ook in het bos. Het is nog heel even flink doorstappen en we bereiken het punt waar het bos aan zijn einde is. Het landschap gaat over in weiland aan de linkerkant en met aan de andere kant wat aangeplante struiken waarvan eigenlijk niemand een idee heeft wat het moet voorstellen.
Het gaat nu langzaam aan bergaf. We gaan dalen. Het klimmen is voorbij. We krijgen uitzicht op Gulpen. We kunnen de hele omgeving aanschouwen tot en met zelfs het Mariabeeld boven op de Gulperberg.
We nemen een bocht naar rechts en weer een stukje bergaf en komen dan bij een bocht naar links waar aan de rechterkant een bank staat.
Als ik nog een vijftigtal meters lopen moet om bij de bank te komen schiet mij ineens iets te binnen over deze plek: in een boom hangt een kruis. Ik heb het gelezen op een website over veldkruisen die ook deze plek in haar bestand heeft opgenomen. Helaas staat er verder geen beschrijving bij waarom het kruis daar ooit door iemand is “geplaatst”. Het hangt in een boom direct achter de bank.
Meerdere mensen moeten het kruis ooit gezien hebben want er heeft ook iemand een bloemetje bij gestoken achter de prikkeldraad die het kruis aan de boom vast houdt.



Het is een gedenkwaardige plek van iemand geweest of is het nog steeds en hij heeft er zeker een reden voor gehad om dit kruis hier in de boom te hangen. Het met prikkeldraad te bevestigen en er af en toe een veldbloemetje bij te hangen.
Na een korte rustpauze wordt de weg verder begaf vervolgd richting Gulpen om daarna via nog een klein klimmetje de Kieuwegracht omhoog het dorp te bereiken. Maar dan, ja dan, een afdaling om stil te komen beneden op de Markt in Gulpen op een gezellig en zonnig terras. Proost!